maandag 6 januari 2014

Kapucijnerschotel

Bonen zijn gezond. Toch? 
Maar bij de gedachte aan bruine en witte bonen, zwemmend in een glazen pot, word ik niet blij. Maar.....

Op zoek naar iets anders dan pasta, rijst en aardappelen, hebben Fleur en Peter dit recept gevonden: met kapucijners. En hier word ik wel blij van. Voor iedereen die niet van bruine en witte bonen houdt, is dit recept echt de moeite waard. De kapucijners zijn licht van smaak en een aantal flinke scheppen piccalilly zorgt voor een friszuur tintje.


Ik heb nu meerdere malen de vraag gekregen of ik alsjeblieft een recept prijs wil geven. Dit was in eerste instantie niet mijn bedoeling, jullie moeten wachten op het kookboek, daar komen alle recepten in te staan. Maar ja, hoe leuk is het dat (voor wie dat wilt tenminste) je nu al de keuken in kunt! Dus waarom ook niet, hierbij het recept voor de kapucijnerschotel.

Ik blijf overigens wel gewoon doorwerken aan het kookboek! 


Voor 4 personen.

1 ui
2 tenen knoflook
olijfolie om in te bakken
180 gr vegetarisch gehakt
20 gr paneermeel
1 flinke theel. zout
1/2 theel. paprikapoeder
snuf peper
snufje gemberpoerder
snufje korianderpoeder
700 gr groente (Je kunt een zak gesneden groente nemen of 1 prei, 1 wortel, 1 paprika en 1 courgette)
750 gr kapucijers 
6 eetl. piccallily 

Pel de ui en de knoflook en snijd fijn. Neem een zeer grote (wok)pan en zet deze op het vuur met wat olijfolie. Bak de ui en de knoflook lichtjes aan. Meng in een kommetje de paneermeel met alle kruiden en het zout. Voeg dit samen met het vegetarisch gehakt toe in de pan en bak een minuutje mee. Snijd alle groente in stukjes en voeg toe aan het gehakt. Laat ongeveer 5 minuten op middelmatig vuur bakken. Zet het vuur laag en voeg de kapucijners met vocht toe. Voeg naar smaak piccalilly toe (ongeveer 6 eetlepels). Breng het geheel zachtjes aan de kook. Zodra de groente voldoende zacht is, kun je het gerecht opdienen. 

Lekker met een stukje stokbrood of pitabroodje. 

Eet smakelijk! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Schrijf hier je reactie